I. o. -s (1 wisk. bekende grootheid of hoeveelheid, beschouwd als middel tot oplossing v. e. vraagstuk; 2 bekend feit, geval, waaruit men gevolgtrekkingen kan maken; in het mv. materiaal):
1. een vraagstuk met drie gegevens en één onbekende;
2. de nodige gegevens ontbreken nog om te beslissen;
II. bn. (1 v. getallen: bekend ten opzichte van haar grootte; 2 bepaald):
1. een gegeven getal tot de tweede macht verheffen;
2. op een gegeven ogenblik; zegsw. in de gegeven omstandigheden, in deze staat v. zaken.