Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- meuzie
- Mevr., Mw
- mevrouw
- mevrouwen
- mevrouwschap
- mezza-voce
- mezzo
- mezzosopraan
- mg
- Mgr
- mi
- miasma
- miauw, miaauw
- miauwen, miaauwen
- mica
- Michel
- Michiel
- Michielsdag
- Michielszomer
- micro…
- microbalans
- microbe
- microbiologie
- microcephaal
- microchemie
- microcosmos
- micrometer
- micron
- Micronesië
- microphoon, microfoon
- microscoop
- microscopisch
- microtoom
- Midas
- Midasoren
- middag
- middagbeurt
- middagcirkel
- middagdienst
- middagdutje
- middaghoogte
- middagkerk
- middagkost
- middaglijn
- middagmaal
- middagslaapje
- middagtrein
- middaguur
- middagzon
- middel
- Middel-Europees
- middelaar
- middelaarschap
- middelbaar
- middeldeur
- middeleeuwen
- middeleeuws
- middelerwijl
- middelevenredig
- middelgebergte
- middelhand
- Middelhoogduits
- middelkleur
- middellands
- middellijk
- middellijn
- middelmaat
- middelmatig
- middelmatigheid
- middelmoot
- middelnederlands
- middelpunt
- middelpuntschuwend, middelpuntvliedend
- middelpuntzoekend
- middelrif
- middelschot
- middelslag
- middelsoort
- middelste
- middelstuk
- middelterm
- middelvinger
- middelweg
- midden
- Midden-Europees
- middenboords
- middending
- middendoor
- middenin
- middenkoers
- middenman
- middenprijs
- middenrijk
- middenrijm
- middenschip o.; ook: het Grote Schip; hoofdbeuk ener kerk, lopende van de hoofdingang tot het priesterkoor; verg. zijschip
- middenstand
- middenstem
- middenstof
- middernacht
- middernachtelijk