Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- krachtoverbrenging
- krachtpatser
- krachtsinspanning
- krachtvoeder
- krachtvol
- krachtwerk
- kraf
- krag, kragge
- krajang
- krak
- krakal
- krakebrood
- krakeel
- krakelen
- krakeling
- kraken
- krakend
- kraker
- krakken
- kralen
- kralingen
- kram
- kramassen
- kramat
- krambamboeli
- kramer
- kramerij
- kramerslatijn, kramerlatijn
- kramiek, kramik
- krammat
- krammen
- krammer
- krammetje
- kramp
- krampachtig
- kramphoest
- kramsvogel
- kramwerk
- krandjang
- kranig
- kranjang
- krank
- krankenbezoek
- krankheid
- krankte
- krankzinnig
- krankzinnigengesticht
- krankzinnigheid
- krans
- kransen
- krant
- krantenbericht
- krantenhanger
- krantenjongen
- krantenman
- krap
- krapjes
- kras
- krassen
- krasser
- krat
- krater
- kratermeer
- krates
- kraton
- krauw
- krauwel
- krauwen
- kravat
- kreatuur
- kreb
- kredenstafel
- krediet
- kredietbank
- kredietbrief
- kredietinstelling
- kredietkas
- kredietvereniging
- kredietwet
- kreeft
- kreeftdicht
- kreeftengang
- kreeftensla
- Kreeftskeerkring
- kreeftsoog
- kreeftsschaar
- kreek
- kreel
- kreet
- kreeuwen
- kregel
- kregelig
- kreits
- krek
- krekel
- krekelen
- krekelzang
- krelen
- kremertje
- kremetart, kremetaat
