Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- bouwterrein
- bouwvak
- bouwval
- bouwvallig
- bouwverordening
- bouwwerk
- boven
- Boven-Maas
- Boven-Rijn
- Boven-winds
- bovenaan
- bovenal
- bovenarm
- bovenarms
- bovenbedoeld
- bovenbeen
- bovenbeschreven
- bovenblad
- bovenbouw
- bovendek
- bovendien
- bovendijks
- bovendrijven
- boveneinde
- bovengemeld
- bovengronds
- bovenhand
- bovenhands
- bovenhouden
- bovenhuis
- bovenkaak
- bovenkamer
- bovenkant
- bovenkleed
- bovenkomen
- bovenlaag
- bovenland
- bovenlander
- bovenlands
- bovenlast
- bovenleder, bovenleer
- bovenlicht
- bovenliggen
- bovenlijf
- bovenlip
- bovenloop
- bovenmanuaal
- bovenmate
- bovenmeester
- bovenmeid
- bovenmenselijk
- bovennatuurkunde
- bovennatuurlijk
- bovenom
- bovenop
- bovenover
- bovenrivier
- bovenst
- bovenstad
- bovenswinds
- boventand
- boventoon
- bovenuit
- bovenvenster
- bovenverdieping
- bovenvermeld
- bovenvlak
- bovenwaarts
- bovenwater
- bovenwind
- bovenwoning
- bovenzaal
- bovenzijde
- bovenzinnelijk
- bovril
- bowie-mes
- bowl
- bowlen
- bowls
- box
- boxcalf
- boy
- boycot
- boycotten
- boyscout
- boze
- br!
- Br. of Bto
- Bra(h)maisme
- braadaal
- braadpan
- braadslede
- braadspit
- braadworst
- braaf
- braai
- braak
- braakakker
- braakjaar
- braakland