Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie W
- wolfijzer
- wolfra(a)m
- wolfsangel
- wolfsgebit
- wolfshond
- wolfshonger
- wolfskind
- wolfsklauw
- wolfsklem
- wolfskuil
- wolfsmelk
- wolfspels
- wolfstand
- wolfswortel
- wolgras
- wolhandel
- wolharigen
- wolindustrie
- wolk
- wolkaarde
- wolkaarden
- wolkachtig
- wolkam
- wolkbreuk
- wolken
- wolkenkrabber
- wolkenloos
- wolkgevaarte
- wolkig
- wolkoper
- wolkruid
- wollegras
- wollen
- wollenaaien
- wollengoed
- wolletje
- wollig
- wolmarkt
- wolplukken
- wolspinnen
- wolvebeet
- wolvedak
- wolvee
- wolven
- wolvenaard
- wolvenjacht
- wolveprent
- wolverven
- wolvespoor
- wolvin
- wolwassen
- wolweven
- wolzak
- wond
- wondarts
- wonden
- wonder
- wonderbaar
- wonderbaarlijk
- wonderbloem
- wonderboom
- wonderdadig
- wonderdier
- wonderdoend
- wonderdoener
- wonderdokter
- wonderen
- wondergroot
- wonderjaar
- wonderkind
- wonderklein
- wonderkuil
- wonderlamp
- wonderland
- wonderlijk
- wondermacht
- wonderman
- wondermiddel
- wonderolie
- wonderschoon
- wonderspreuk
- wonderspreukig
- wonderteken
- wonderveel
- wonderverhaal
- wonderwel
- wonderwerk
- wondheler
- wondijzer
- wondkoorts
- wondroos
- wonen
- woning
- woninggids
- woningnood
- woningvraagstuk
- woningwet
- Woodbrookers
- woon
- woonachtig
