Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie S
- spandoek
- spanen
- spang
- spanhaak
- spaniel
- Spanjaard
- Spanjas
- spanjolet
- Spanjool
- spankeren
- spankracht
- spankuiler
- spannen
- spannend
- spanners
- spanning
- spanraam
- spanriem
- spanrups
- spanseren
- spant
- spanvoets
- spanzaag
- spar
- sparen
- spargel
- spark
- sparkelen
- sparreboom
- sparregroen
- sparrekegel
- sparsa
- Sparta of Lacedaemon
- Spartaan
- Spartaans
- Spartacist
- spartelbenen
- spartelen
- spartelvis
- spasem
- spasmodisch
- spasmus
- spat
- spatader
- spatbord
- spatel
- spatie
- spatiëren
- spatje
- spatkleed
- spatlap
- spats
- spatscherm
- spatten
- spattig
- spatting
- speaker
- specerij
- Specerij-eilanden
- specerijachtig
- specht
- spechtmees
- speciaal
- specialiseren
- specialist
- specialiteit
- specie
- speciebriefje
- specieus
- specificatie
- specificeren
- specificum
- specifiek
- specimen
- spectator
- Spectatoriale Vertogen
- spectie
- spectr(o)
- spectraalanalyse
- spectrometer
- spectroscoop
- spectrum
- speculaas
- speculant
- speculatie
- speculatief
- speculatieman
- speculeren
- speech
- speechen
- speed
- speek
- speeksel
- speekselen
- speelavond
- speelbal
- speelbank
- speeldoos
- speelgave
- speelgeld
