Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- kies
- kiesbaar
- kiesbevoegd
- kiesbureel
- kiescollege
- kiesdeler
- kiesdistrict
- kiesgerechtigd
- kiesheid
- kieskauw
- kieskauwen
- kieskauwer
- kieskeurig
- kieskeurigheid
- kiespijn
- kiesplicht
- kiesrecht
- kiesstelsel
- kiesvereniging
- kiesvergadering
- kieswet
- kiet
- kietelen
- kieuw
- kieuwdeksel
- kieuwdragend
- kieuwholte
- kieuwpotigen
- kieuwspleet
- kievit
- kievitsbloem
- kievitsei
- kievitsnest
- kiezel
- kiezelaarde
- kiezelbank
- kiezelbed
- kiezelgrind
- kiezelkuil
- kiezellaag
- kiezellijst
- kiezelpad
- kiezelplaat
- kiezelsteen
- kiezelweg
- kiezelzand
- kiezelzuur
- kiezen
- kiezentrekker
- kiezer
- kiezersbond
- kiezersjacht
- kiezerslijst
- kiezersvereniging
- kiezersvergadering
- kiezing
- kif
- kijf
- kijfaas
- kijfachtig, kijfziek
- kijfster
- kijk
- kijk-in-de-pot
- kijkavond
- kijkdag
- kijkduin
- kijken
- kijker
- kijkerd
- kijkgat
- kijkglas
- kijkhoest
- kijkje
- kijkkast
- kijkspel
- kijktoren
- kijkuit
- kijkvenster
- kijt
- kijvage
- kijven
- kijver
- kijverij
- kik
- kikhalzen
- kikken
- kikker
- kikkerbil
- kikkerdril
- kikkereieren
- kikkeren
- kikkerkruid
- kikkerland
- kikkernet
- kikkerpoel
- kikkerrit
- kikkerschot
- kikkerspog
- kikkervisje
- kikvors
