Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie G
- geurig
- geurigheid
- geürm
- geurmaker
- geurtje
- Geus
- geut
- geuteling
- geuzelambik
- Geuzenkerk
- Geuzenlied
- Geuzenpenning
- Geuzenschool
- Geuzenvlag
- gevaar
- gevaarlijk
- gevaarlijkheid
- gevaarte
- gevaarvol
- gevaccineerd
- gevader
- geval
- gevallen
- gevallig
- gevallijk
- gevang
- gevangen
- gevangenbewaarder
- gevangene
- gevangenhuis
- gevangenis
- gevangeniskleren
- gevangenisonderwijs
- gevangenispak
- gevangenisrol
- gevangenisstraf
- gevangenmaken
- gevangennemen
- gevangenneming
- Gevangenpoort
- gevangenrol
- gevangenschap
- gevangenwagen
- gevangenzetten
- gevangenzitten
- gevankelijk
- gevarenis
- gevat
- gevatheid
- gevecht
- gevechtsklaar
- gevechtswaarde
- gevedel
- gevederd
- gevederte
- geveins
- geveinsd
- geveinsdheid
- gevel
- gevelgrauw
- gevellijst
- gevelspits
- gevelsteen
- geveltop
- geveltourist
- geveltrap
- geven
- gever
- gevest
- gevestigd
- geveugel
- gevierd
- gevierendeeld
- gevind
- gevlakt, gevlekt
- gevlamd
- gevleesd
- gevlerkt
- gevleugeld
- gevlij
- gevoeg
- gevoegen, zich
- gevoeglijk
- gevoeglijkheid
- gevoegzaam
- gevoel
- gevoelen
- gevoelig
- gevoeligheid
- gevoelloos
- gevoelloosheid
- gevoelsleven
- gevoelsmens
- gevoelszenuw
- gevoelszin
- gevoelvol
- gevoerd
- gevogelte
- gevoileerd
- gevolg