Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie D
- djaksa
- djalak
- djamboe
- djami
- djamoer
- djarakpittenolie
- djatiboom
- djeroek
- djimat
- djinn, dschinn
- djiu-djitsu
- djoekoeng
- djoeroe
- djongos
- dl
- dm
- dn
- do ut des
- dobbe
- dobbelaar
- dobber
- dobberen
- dobelsteen
- docent
- doceren
- doch
- docht
- dochter
- dochtermaatschappij
- dociel
- dociliteit
- docta
- doctor
- doctoraal
- doctoraat
- doctorandus
- doctoreren
- doctores
- doctorsbul
- doctrina
- doctrinair
- document
- documentair
- documenteren
- dod, dodde
- dodaars
- doddegras
- doddelen
- dodder
- doddig
- dode
- dode hand
- Dode Zee
- dodecaëder
- dodecarchie
- dodekop
- dodelijk
- dodeman
- doden
- doden-verklikker
- dodenakker
- dodendans
- dodendans m. -en (voorstelling van de dood als geraamte, meestal spelende op een viool en mensen van allerlei leeftijd, stand enz. naar het graf meevoerend): de dodendansen van Albrecht Dürer
- dodengang
- dodenmars,-marche
- dodenmasker
- dodenrijk
- dodenstad
- dodijnen
- doding
- dodo
- Dodona
- doear
- doedel
- doedelen
- doedelzak
- doef
- doeh
- doejoeng
- doek
- doekoe
- doekoen
- doekspeld
- doel
- doeleinde
- doelen
- doelenstuk
- doelist
- doellijn
- doelloos
- doelman
- doelmatig
- doelpunt
- doelpunten
- doelschieting
- doeltreffend
- doelwit
- doema
- doemen
- doemenswaardig