dwong, h. gedwongen (1 sterker dan: tot iets noodzaken; 2 met kracht aandringen; door voortdurend aandringen zijn zin zoeken te krijgen):
1. met te: iem. dwingen een besluit te nemen; met tot: tot gehoorzaamheid dwingen;
2. zonder voorwerp: dat kind doet niets dan dwingen; nog: dat laat zich niet dwingen, forceren; gedwongen lening, waaraan deelneming niet vrij wordt gelaten; gedwongen koers, waaraan men verplicht is geldswaardige papieren aan te nemen.