Gepubliceerd op 11-11-2021

brutaal

betekenis & definitie

I. Fr. brutal v.

Lat. brutus = zwaar, dom, bn., bw.; brutaler, brutaalst (1 onbeschoft, onbeschaamd; 2 vermetel, stoutmoedig, vrijpostig; 3 grof, ruw, gewelddadig):1. een brutaal antwoord;
2. een brutale leugen; een brutaal mens heeft de halve wereld; brutaal als de beul, zeer;
3. brutaal geweld.

II. brutale, o.: vrij, bij het brutale af.

< >