Gepubliceerd op 11-11-2021

brander

betekenis & definitie

m. branders, brandertje (1 vlambek: toestel aan het einde van gasbuizen, lampen enz., dat aan de vlam een bepaalde vorm geeft; 2 brandewijn- of jeneverstoker; eigenaar ener branderij; 3 vaartuig, geladen met brand- en ontplofbare stoffen, om er vijandelijke schepen mee in brand te steken, vero.; 4 Z.-A. hoge golf, roller):

1. een platte brander voor gloeilicht;
2. de belangen der branders;
3. de brander dreef tussen de schepen door;
4. Die see, waar die branders breek.

< >