1. tw. (klanknabootsing): bons, daar lag hij!
2. v. bonzen (slag, plof, smak): met een zware bons viel het op de grond; zegsw. de bons krijgen, afgedankt, weggestuurd worden; iem. de bons geven, afdanken, afwijzen.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
1. tw. (klanknabootsing): bons, daar lag hij!
2. v. bonzen (slag, plof, smak): met een zware bons viel het op de grond; zegsw. de bons krijgen, afgedankt, weggestuurd worden; iem. de bons geven, afdanken, afwijzen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: