Gepubliceerd op 11-11-2021

behangen

betekenis & definitie

behing, h. behangen (1 iets ophangen aan of tegen; 2 de wanden ener kamer met papier of leer bekleden):

1. de huizen waren met festoenen behangen; de juffrouw was als met goud behangen;
2. de kamer opnieuw behangen; nog: die hond is goed behangen, heeft brede neerhangende oren; scherts. v. e. boek met omgeslagen, omgekrulde hoeken.

< >