Gepubliceerd op 11-11-2021

beest

betekenis & definitie

o. beesten (redeloos dier; inz. rund): dat arme beest, dier; een beest van een vent, bruut; zegsw. de (v.) beest spelen (Z.-N. uithangen), zich als een beest aanstellen, opspelen, razen, tieren; het is een mager beestje, is niet veel zaaks; (biljartspel) een beest maken, een geluksstoot; (kaartspel) beest zijn, a) geen slag kunnen halen, de hele pot moeten inzetten; fig. jongen, als de diender je ziet, ben je beest, bakker-an, gmz.; b) Z.-N. ruw, gierig, dom zijn; nog: Z.-N. de beestjes, a) luizen, b) jicht.

< >