1 bn. (1 van personen: tegenwoordig; 2 van zaken: voorhanden, Ier beschikking):
1 de -e leerlingen;
2 de —e voorraden;
2 zn. meestal mv. al de -en; het -e, wat voorhanden is;
-wezigheid, v.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
1 bn. (1 van personen: tegenwoordig; 2 van zaken: voorhanden, Ier beschikking):
1 de -e leerlingen;
2 de —e voorraden;
2 zn. meestal mv. al de -en; het -e, wat voorhanden is;
-wezigheid, v.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: