Jan willem hugo cordes - Ned. boschbouwkundige; * 1836 te Amsterdam, ✝ 1906 te Apeldoorn; opgeleid aan de landhuishoudkundige school te Groningen en de polytechnische school te Karlsruhe, werd ambtenaar bij het boschwezen van Java (1857), houtvester (1869), inspecteur (1877) en in 1890 gepensionneerd.
Werken: De Djatibosschen van Java, hunne natuur, verspreiding, geschiedenis en exploitatie (Batavia 1881); Flora en Pomona te Batavia, in Ned. Tijdschr. der Mij. Bevord. Nijv. (1889); Het belang der bosschen in verband met ontginning van heiden en duinen (1890).
Lit.: Nw. Ned. Biogr. Wbk. (I, 637). K Moerlands Cordia Een plantengeslacht van de familie der Borraginaceae, dat met 250 soorten de tropische landen bewoont, doch droge streken en de schaduwrijke wouden vermijdt. Verschillende der heesters en boomen leveren goed bruikbaar hout, bastvezels en eetbare steenvruchten. De bekendste is C. myxa uit de landen tusschen Egypte en Australië, die ook in cultuur is en waarvan de oranjeroode, slijmerig zoete vruchten gegeten worden (tevens een middel tegen hoest), evenals de West-Indisclie C. sebestena. Ook de Abessinische C. ovalis en C. abyssinica leveren eetbare vruchten.
C. gharaf uit Afrika en Azië verschaft goed hout en bastvezels. De Indische C. latifolia geeft behalve voortreffelijke bastvezels ook goede vruchten. Een soort rozenhout levert nog de tropisch Amerikaansche C. gerascanthus, en C. subcordata, een kustboom uit Oost-Afrika en de Hawaii-eilanden. De Amerikaansche C. nodosa heeft stengelverdikkingen, die door mieren bewoond worden. Bouman