Carmeliet. * Te Tessenderloo (Belg.-Limburg), ✝ 25 Febr. 1470 te Leuven. Hij trad 1412 in den Carmel te Mechelen en klom op tot provinciaal der Nederduitsche Provincie. Door Philips den Goeden werd hij onder de doctoren van Keulen aangezocht voor de nieuw op te richten universiteit te Leuven. Aldaar was hij 15 jaar lang praeses van het Collegium Theologicum der Carmelieten.
Hij schreef enkele werken. Stierf te Leuven, doch werd begraven in de kloosterkerk te Mechelen, alwaar hij vier maal prior geweest was.Lit.: Historia Conventus Mechliniensis. C. Speet.
Heinrich H. J. L. Tessenow Architect. * 1876 te Rostock. Werken: o.a. Tuinstad Hellerau (bij Dresden), vele particuliere woonhuizen, enz. 19i3-’19 prof. aan de Kunstgewerbeschule te Weenen, sedert 1926 te Berlijn.
Zoowel zijn werk als zijn publicaties getuigen van een fijnen geest, die met eerbiediging der traditie tot zeer expressieve vormen weet te komen. Van zijn hand verschenen: Der Wohnhausbau; Hausbau und dergleichen (1916); Handwerk und Kleinstadt (1918). Zijn invloed op de Ned. architectuur is onmiskenbaar in het werk van bouwmeesters als Eschauzier, Granpié-Molière, Verhagen en Kok. v. Embden.