is een mystisch-quiëtistische richting in de Griekse Kerk, gepropageerd door abt Simeon (omstreeks 1000). Bij een bepaalde lichaamshouding, nl. met de kin op de borst en de ogen op het midden van het lichaam gericht (omphaloskopen), zou men het licht van God en zelfs God zelf zien.
In de 14de eeuw werd het hesychasme sterk bestreden, omdat het een wezenlijk onderscheid aannam tussen Gods Wezen en Zijn eigenschappen. In de 18de eeuw leefde het weer op door Nikodemos, een monnik van de Athos.