('zwa:nə) m. (...halzen)
I. Eig. hals van een zwaan.
II. Metf.
1. zeer lange hals : iemand met een -.
2. a. Algm. S-vormig gebogen buis : een als stankafsluiter bij riolen en privaten.
b. Inz. een der S-vormige gebogen ijzeren stangen buiten boord waar een sloep in hangt. Syn. davit.