('wa:tər) o.(...glazen; ...glaasje)
I. [glas, glasspecie]
1. Eig. kiezelzure potassiumverbinding, in water oplosbaar : eieren in verdund bewaren.
2. Metn. oplossing daarvan om te verglazen, te lijmen enz.
II. [glas d. i.] voorwerp van glas nl.
1. glas om water uit te drinken.
2. glas om water, urine in te lozen.