(vo:r'spellən) (voorspelde, heeft voorspeld)
1. vooraf aankondigen, vooruitzeggen, profeteren : Kristus voorspelde de ondergang van Jeruzalem. Syn. ➝ aankondigen.
2. laten verwachten : het weer voorspelt regen.
Gepubliceerd op 24-02-2020
betekenis & definitie
(vo:r'spellən) (voorspelde, heeft voorspeld)
1. vooraf aankondigen, vooruitzeggen, profeteren : Kristus voorspelde de ondergang van Jeruzalem. Syn. ➝ aankondigen.
2. laten verwachten : het weer voorspelt regen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: