Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

voeden

betekenis & definitie

('voedən) (voedde, heeft gevoed)

I. Eig. iets geven, toedienen dat het leven onderhoudt : de kippen —; de vogels zich met insekten, met zaden; de arme -.

II. Metn. bestanddelen bevatten die het onderhoud van het leven bevorderen : -de spijzen.

III. Metf. [van I]

1. iets toevoeren dat in stand houdt, onderhoudt: kanalen, pompen, stoomketels (met water) -; een elektrische geleiding (met stroom) -; een vuur (met steenkool) -.
2. aanwakkeren, koesteren : haat, hoop, liefde-. → adder, slang.

< >