('sta:ring)
1. (Antony Christiaan Winand) Nederlands letterkundige. ° 24 Jan. 1767 te Gendringen, studeerde eerst in de rechten, later in de landbouwkunde, vestigde zich op zijn buiten De Wildenborch bij Lochem en ✝ er 18 aug. 1840. Onder zijn Gedichten (1820), die over het algemeen niet populair zijn, bleven De Hoofdige Boer, Het Vogelschieten en de Jaromir-cyclus bekend. Hij schreef ook krachtige en geestige puntdichten
2. (Winand Carel) Nederlands aard- en landbouwkundige, ° 5 okt. 1808 en ✝ 4 juni 1877 te Lochem, zoon van (1); vervaardigde de geologische kaart van Nederland, schreef o. a. De bodem van Nederland.