(spektro'sko:p) m. (...kopen) [Gr. skopein, onderzoeken] toestel om het spektrum van een stof te onderzoeken.
Enc. De spektroskoop bestaat uit een prisma (P) en drie buizen. Door de eerste van die buizen of kollimator (C) valt het licht op het prisma, dat het ontbindt en in de tweede buis (S) een spektrum met millimeterschaal ontwerpt dat door de derde buis, kijker (K) is waar te nemen.