Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

Simons

betekenis & definitie

('si:mons) 1. (Lion) Nederlands letterkundige, ° 1 aug. 1862 te ’s-Gravenhage, stichtte te Amsterdam de „Wereldbiblioteek” en t 11 juni 1932 in zijn Simons-Mess singularüeit 1635 geboortestad; schreef o. a. Volkswezen en Volkskracht (1916), De Ontwikkeling van het Toneel en het Drama (1932). 2. (Jozef* Vlaams letterkundige, ° 21 mei 1888 te Oelegem, t 20 jan. 1948 te Turnhout; schreef Kempische novellen en romans o. a.

Bonifacius Suyckerbuyck ; Eer Vlaanderen vergaat en reisbeschrijvingen als In Spanje (1926), In Italië (1930).

< >