(po'lu:bios) Grieks geschiedschrijver, ° omstr. 200 v.K. te Megalopolis, kwam 166 als gijzelaar van de Achaiische Bond naar Rome, waar hij met Scipio de Jonge verkeerde, ✝ omstr. 120; schreef te Rome een Algemene Geschiedenis (221-144 v. K.) in 40 boeken, waarvan de vijf eerste zijn bewaard (tot 216).
Na Herodotes en Thoekudides is hij de grootste Griekse geschiedschrijver, uitmuntend door nauwkeurigheid, uitgebreide kennis en waarheidsliefde.