('patsən) (patste, gepatst) Gemz.
I. (heeft)
1. gooien, smijten: met sneeuw-.
2. doordraaien, zwieren: met geld -.
II. (is) met een pats neerkomen : sneeuwballen patsten tegen de grond.
Gepubliceerd op 13-02-2020
betekenis & definitie
('patsən) (patste, gepatst) Gemz.
I. (heeft)
1. gooien, smijten: met sneeuw-.
2. doordraaien, zwieren: met geld -.
II. (is) met een pats neerkomen : sneeuwballen patsten tegen de grond.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: