('orfeus) m. Gr.
Myt. oudste en beroemdste Griekse zanger, zoon van Apolloon en de muze Kalliope, nam deel aan de Tocht van de Argonauten en bezocht Egypte. Hij betoverde, door zijn zang en de tonen van zijn lier, mensen en dieren, bomen en rotsen.
Toen zijn vrouw Eurudike aan een slangebeet gestorven was, daalde hij in de onderwereld af en wist daar Hades en Persephone door zijn kunst zo te roeren, dat ze hem Eurudike teruggaven, op voorwaarde dat hij niet om zou zien vóór ze op aarde zouden zijn. Hij overtreedt dit bevel en ziet haar voor eeuwig verdwijnen.
Eenzaam en somber (Napels, Nationaal Museum) zwierf hij toen op de aarde rond en werd door de Mainaden verscheurd toen hij de orgieën bij een Bacchusfeest wilde verhinderen. Verkeerdelijk schreef men hem later (III-IVde eeuw) ontstane gedichten onder de naam van Orphika toe.