(mə'nu) o. (-’s; menuutje) [Fr. < It. minuta, ontwerp]
I. Eig. opgave van de gerechten bij een diner : het opmaken.
II. Metn. kaart waarop (I) staat: het drukken. III. Metf.
1. [van II te behandelen zaken : het van de vergadering is vol afwisseling.
2. [van II] agenda : wat staat er op het -? Syn. spijskaart, spijslijst.