(-er, -st Lat. levis]
A. bn. en bw.
I. Eig.
1. Algm. weinig wegend, zonder veel gewicht ; -e pluimen, stenen, stoffen; -e turf; geschut, (scheeps-) tuig; zo als een veer; bepakte soldaten. Tgst. zwaar.
2. Inz.
a. licht en daarom gemakkelijk beweegbaar : een vaartuig; -e kavalerie, infanterie; -e paarden;
- reed de auto weg.
b. uit licht materiaal samengesteld of die indruk makend : een - en fraai gebouw; een -e krans; -e vormen; gemaakte laarzen,
c. licht en daarom gemakkelijk te bewerken : -e zavelgronden,
d. licht en daarom gemakkelijk te verdragen, te verduwen : voedsel, bier; -e tabak, wijn; rookt u - of zwaar? -
II. Metf.
1. niet gemakkelijk blijvend bestaan, niet stevig : -e zedelijke verhoudingen.
2. ijl, een weinig duizelig : in het hoofd.
3. weinig inspanning vergend, gemakkelijk : de weg wordt spoedig -; -e lektuur, muziek; te torsen lasten; -er gezegd dan gedaan; te begrijpen. → hand.
4. spoedig tot iets geneigd : van geloven, verschieten.
5. door niets onaangenaams bezwaard, opgewekt: met -e toon, tred; alles leek haar -er dan voorheen. 6. nog niet in staat om zijn werkzaamheden volledig te verrichten : een knechtje. Tgst. vol.
7. van geringe omvang : een -e tenorstem.
8. gering, klein : een -e blos, buiging, rouw, straf; arrest.
9. weinig betekenend, niet ernstig ; een -e verkoudheid; een -e aanrijding van een auto; gekwetst.
10. niet vast : een -e sluimering; slapen.
11. van weinig belang, niet gewichtig : dat is een niet -e beslissing; iets opnemen; gewogen en te bevonden; iets te tellen.
12. lichtzinnig, losbandig : -e gasten, deernen; van -e zeden; spelen en lopen.
B. bw. [van licht A]
I. Eig. op een lichte (I) manier : dat koffertje weegt -. -
II. Metf. op een lichte (II) manier nl.
1. (3) gemakkelijk : ontplofbaar; iets geloven; niet driftig worden; dat kan niet te hoog worden geschat; -er, eerder. → ijs.
2. (3)
a. [gemakkelijk kunnend plaatshebben] best, allicht : het is mogelijk; dit leidt tot misverstand,
b. Verst, hoogstwaarschijnlijk, vermoedelijk : men zou gedacht hebben...
c. Verzw.
a. misschien, wellicht: de wat stijve Hollandse ernst. Syn. → altemet.
b. ten minste : je kan het proberen.
3. (8) enigszins : getroffen; honend.