(–en; –tje)
I. o. Eig. donkerblauw, dunbladerig en hard gesteente, hoofdzakelijk uit klei of leem bestaande, leisteen : op – komen menigvuldig afdruksels van planten voor.
II. v. Metn. plat stuk van (I)
1. voor dakbedekking : zo blauw als een –; daklei, –en kloven; een dak met –en dekken.
2. om op te schrijven : iets op de – schrijven, zetten; griffellei; een schone – bij iemand hebben, hem niets schuldig zijn of goed bij hem aangeschreven staan.