Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

kanselier

betekenis & definitie

m. (-en, -s)

1. hoge rechterlijke ambtenaar
a. Oudh. hoge ambtenaar die gerechtelijke en andere officiële stukken uitvaardigde,
b. hoogste gerechtelijke ambtenaar in Engeland.
2. Uitbr. hoogste ambtenaar, staatsdienaar in een land: de van Vlaanderen was de hoogste ambtenaar van de graaf; in Duitsland is de de leider van de politiek; Bismarck, de ijzeren -.
3. Verzw. hoofd van een afdeling bij een gezantschap of konsulaat.

< >