(inisia’ti:f) o. (...tieven)
I. Eig. aandrift om een begin te maken met een werkzaamheid : een man van -; hebben.
II. Metn. [gevolg van 1]
1. eerste stoot, stap : het tot iets nemen; partikulier -.
2. voorstel : op van iemand; een lid der Tweede Kamer heeft het recht van -, om wetsvoorstellen te doen.