('fu:ri) v. (...riën, -s) [Fr. < Lat. furia]
I. Eig. razende woede: in een dolle -.
II. Metn.
1. Furie, Romeinse wraakgodin, bij de Grieken: Erinue.
2. razende, ontstuimige aanval, alleen nog in de uitdr.: met Franse aanvallen.
3. gebeurtenis waarbij soldaten zich in razende woede te buiten gaan: de ➝ Franse Furie; de ➝ Spaanse Furie.
4. in razende woede ontstoken vrouw: -s die elkaar toetakelen.