Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

dogma

betekenis & definitie

('dogma) o. (-’s, -ta) TGr. leerstelling]

I. Eig. Kat.
1. waarheid door God geopenbaard en door de H. Kerk als te geloven geleraard.
2. Uitbr. geheel van dergelijke waarheden.

II. Metf. grondstelling die haar geloofwaardigheid aan zichzelf of aan het gezag van de leermeester ontleent.

< >