(bə'stemming) v. (-en)
I. Eig. 1. Algm. datgene waartoe iemand of iets is bestemd : al zijn kinderen kwamen tot hun -; de van een brug.
2. Inz. bestemming door een bovenmenselijke macht : ‘s mensen -; dat was zijn -.
II. Metn. plaats waarheen iemand of iets bestemd is: zijn bereiken ; schepen met naar Antwerpen.