Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

alsem

betekenis & definitie

('alsəm) m. [msch. ~ Mned. die, moutdrank]

I. Eig, 1. plant op zandgrond in het wild groeiende, met gele knopjes, bekend om haar onaangename reuk en bittere smaak (Artemisia absinthium) : uit wordt absint bereid.
2. Bepk. knopjes daarvan, in de geneeskunde als wormverdrijvend middel gebruikt. -

II. Metn. aftreksel ; van die knopjes als bittere drank. ➝ pen. - III. Metf. [van II] bittere smart ; het geluk is altijd vermengd met een druppel -. alsemachtig ('alsəm) bn. (-er, -st). alsemaltreksel o. (-s).

< >