('af) (leerde af, afgeleerd)
I. (heeft)
1. zich ontwennen : het stotteren -.
2. doen ontwennen : ik zal hem dat wel -.
3. leren van : iemand een kunst -.
boer. Syn. ➝ afgluren. - II. (is) allengs vergeten : hij is zijn Engels afgeleerd, aflering v.