Genocidaal is politiek geweld doelbewust inzetten om het leven van een etnische bevolkingsgroep onmogelijk te maken.
Bij genocidaal geweld gaat het om de intentie. Willens en wetens etnische groeperingen van huis en haard verjagen, van hun grondgebied verdrijven (etnische zuiveringen). Voorbedacht hun sociaal-culturele leven vernietigen (gedwongen assimilaties). Vooropgezet en methodisch massaal vermoorden (genocides). Of dit alles sluipenderwijs stapsgewijs combineren. Steeds gaat het om de weloverwogen destructie, uitroeiing of verdwijning van aparte bevolkingsgroepen. Denk aan wat Indianen, Armeniërs, Palestijnen, Chinezen in Indonesië, Rohingya in Myanmar, Oeigoeren in China en Rwandese Tutsi’s is aangedaan en aan de Holocaust.
Genocidaal geweld begint met discrimineren. Selectief op basis van etnische en sociaal-culturele groepskenmerken. Een genocidaal proces start in ‘stilte’ om eventueel later aantoonbaar over te gaan in systematisch uitroeien door middel van sterilisatie en/of volkerenmoord. Genocidale regeringspolitiek vereist medewerking van pro-regering burgermilities en regeringsgezinde burgers. Dit maakt daderschap tot een complex fenomeen. Wie zijn de bedenkers en uitvoerders en wie kijken er weg?
De Holocaust is het voorbeeld van de ultieme volkerenmoord. Dit van staatswege op industriële wijze vermoorden van Joden, zigeuners, homo’s en zwakzinnigen wordt vaak als uitgangspunt genomen voor wat genocide is. Niet elke genocide is gelijk aan Auschwitz. Misdaden tegen de menselijkheid veranderen, hebben meer met de uitoefening van systemisch geweld en minder met traditionele oorlogsvoering te maken. Om pogingen tot georganiseerde destructie binnen uiteenlopende samenlevingen te voorkomen is vroege signalering van genocidale ontwikkelingen door personen en instellingen binnen en buiten die samenlevingen cruciaal. Een professioneel opererende alerte buitenwacht en gezaghebbende internationale organisaties krijgen daarmee meer betekenis.