Altruïsme is anderen onbaatzuchtig helpen, zonder eigenbelang ondersteunen. Altruïsten zijn voorzichtig, hun hulp is beperkt omdat zij willen voorkomen dat freeriders of meelifters eenzijdig profiteren van hun hulp of deze op egoïstische wijze gebruiken. Daarom richten altruïsten zich bij voorkeur niet op anonieme hulpbehoevenden in verre landen.
Onbaatzuchtigheid kan soms een vorm van eigenbelang verbergen, zoals investeren in de eigen toekomst onder het motto van ‘voor wat, hoort wat’. Altruisme is dan solidariteit uit welbegrepen wederzijds eigenbelang. In sommige gevallen is de balans tussen belangeloosheid en eigenbelang moeilijk te vinden, zoals bij humanitaire hulp uit angst voor infectieziekten of economische problemen.
Een bijzondere vorm van altruïsme is altruïstisch straffen, zoals wanneer opvoeders straffen in het belang van hun leerlingen. Bijvoorbeeld, kinderen kunnen worden gestraft voor hun levensgevaarlijk gedrag door te moeten nablijven, waardoor de begeleider noodgedwongen zelf ook moet nablijven.
Bij vluchtelingen in nood speelt niet altruisme maar barmhartig handelen een rol. Hulp aan familieleden, buren of vrienden valt evenmin onder altruïsme. Burenhulp is op vertrouwen gebaseerd, spontaan en vaak zonder expliciete belofte van wederkerigheid. Dergelijke zorg valt onder broederschap, vriendschap en loyaliteit.
Ook dieren vertonen altruïstisch gedrag. Apen, olifanten en dolfijnen tonen empathie die kan voortkomen uit wederzijds eigenbelang. Experimenten tonen aan dat een dier, zelfs als het zelf niet hongerig is, samen met een ander dier voedsel naar zich toetrekt.
Hoewel altruïstisch gedrag over het algemeen positief wordt beschouwd, heeft onbaatzuchtigheid soms ook egoïstische aspecten.