Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

VROUWEN–PAROCHIE

betekenis & definitie

in rang het laatste der drie Dorpen, welke gezamentlijk, nevens de onderhoorige Landen, uitmaaken de schoone en vette Friesene Grietenij, het Bildt genaamd, de negende en ingelijks de laatste in het Kwartier van Westergo. Vrouwen- Parochie in het Oostlijkste der Bildtdorpen, leggende met de twee overigen, [i]St.

Jakob Parochie[/i] en St. Anna Parochie, aan den fraaien en breeden rechten Middelweg, die door de Grietenij loopt. De Plaats, welke negenenvijftig Stemmen uitbrengt, bestaat uit eene dubbele buurt nette en zindelijke Huizen. De Kerk is een goed gebouw, hebbende eenen spitzen Toren. Onder dit Dorp behooren de twee nabuurige Gehugten Oude- en Nieuwe Bildtzijl. Naa de eerste bedijking van dit Distrikt, diende het eerstgemelde Gehugt tot eere waterloozing of Sluis (zijnde de beeltenis van het woord Zijl, in de Friesche landtaale) voor de binnenlanden; zijnde het toenmaals aan Zee gelegen, en eene zeer leevendige en bloeiende Plaats, van wegen den handel, vooral in Graanen, die aldaar omging. Door de aanslijking der Voorlanden wierdt, allengskens, de Plaats te onbruik, en wierdt zij van de Nieuwe Bildtzijl vervangen; doch die insgelijks, door de zelfde oor zaak van aanslijking, een diergelijk lot ondergaan heeft, en nu voornaamlijk van Boeren werklieden wordt bewoond.

Het Bildt, namelijk, op dat wij dit ter loops aantekenen, eertijds eene opene Zee, door opslibbering allengskens droog geworden zijnde, wierdt, door het leggen van zeer zwaare Dijken, met onnoemelijke kosten, tegen de woede der Golven beveiligd, en alzo veranderd in eene streek Lands, die, in vrugbaarheid, naauwlijks eene weergae heeft. De welvaart der Opgezeetenen, en de fraaie Landhuizen, welke zij bewoonen, kunnen hier van getuigenis draagen; tot verwonderinge der bewooneren van de overige Provincien, welke deezen oord koomen bezoeken. Als eene bijzonderheid mogen wij hier nevens voegen, dat alleen in deeze Grietenij, niet de gewoone Friesche Landtaal, maar genoegzaam de zelfde taal, als in de Friesche Steden wordt gesproken. De reden hier van meent men te zijn, om dat het Biidt allereerst door eenige Hollandsche Heeren bedijkt is geworden, die, veelligt, eenigen hunner landgenooten derwaarts zullen overgevoerd hebben, welke ’er, zedeet, hun vast verblijf namen, en alzo hunne spraak, hoewel zedert eenigzins verbasterd, tot hunne naakoomeiingen overleverden.Uit medegedeelde berigten.

< >