Zoon van LAURENS PIETERSZOON SPIEGEL, en broeder van den vermaarden HENRIK LAURENSZOON SPIEGEL, van wien breeder hier naa, was een der nieuwe Raaden in de Vroedschap te Amsterdam, naa de verandering van Regeeringe, in den Jaare 1578 voorgevallen. Als naderhand beslooten wierdt, aan Prinse WILLEM DEN I de hooge Overheid op te draagen, weigerde JAN LAURENSZOON SPIEGEL daar in te bewilligen, althans aan zijne Doorluchtigheid als zodanig den eed te doen.
Dit blijkt uit een Besluit, op den eersten September des Jaars 1582, bij de Amsterdamsche Vroedschap genomen, bij ’t welk aan hem en nog drie andere Raaden, „die weigerden, zijne Doorluchtigheid als hooge Overheid, te zweeren, op eene boete van tienduizend dubbelden Leidschen steen, tegen den volgenden Maandag gedagvaard, en ondertusschen verbooden wierden, uit de Stad te gaan.” In den Jaare 1589 nam hij zitting in Schepensbank. Niet meer dan eene enkele reize ontmoeten wij hem in dien gewigtigen post, ’t zij om zijn overlijden, of om eenige andere reden, ons niet gebleeken.