Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-07-2022

GROVESTINS, JONKHEER JOHAN VAN

betekenis & definitie

bevond zig, in het Jaar 1618, op de vergadering, ten huize van ZUILENSTEIN, te Utrecht, en beschuldigde aldaar den oudsten Hopman der Waardgelders, HARTEVELD, met te zeggen: dat die hun te voorat had aangezegt, dat hij en de andere Hoplieden niet begeerden te dienen tegen de Algemeene Staaten, noch tegen den Prins; noodzaakende voorts HARTEVELD, in ’t bijzijn van de anderen, zulks te bekennen: die het ook deed, met bijvoeging, dat zijn volk zelfs onwillig was. Dit had ten gevolge, nadat de Prins, binnen Utrecht, meester was geworden, dat GROVESTINS, nevens anderen, van zijn Ampt verhalen werd.

Vaderl, Historie, X. Deel, bl, 229 en 233.

< >