Leeraar in de beide Rechten, en Secretaris der Stad Delft; alwaar zijne Voorouders, veele Jaaren, aanzienlijke bedieningen bekleed hadden. Hij heeft den roem nagelaaten, van, door zijn kunde in de Rechtsgeleerdheid, deeze Landen grooten dienst gedaan te hebben; bijzonder door het schrijven zijner twee Boeken, waarvan het eene ten tijtel voert: Aanmerkingen op de Hollandsche Rechtsgeleerdheid van H. de Groot; en het tweede: Tractus de legibus abrogatis in Hollandia vicinisque Regionibus, in 4to.
Hij overleed, den 5 Julij 1652, in den ouderdom van ruim 39 Jaaren.
BLEISWIJK, Beschrijving van Delft, pag. 834,