Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 20-10-2022

GEUZENBRIL

betekenis & definitie

Eene sterke Schans, van de Spaanschen opgeworpen en dus geheeten; anders bekend geweest met den naam van ’t Kasteel van Saftingen; ook met den naam van St. Anna; geleegen in het Noordoosterdeel van Vlaanderen, in Hulsterambagt, ten Noordoosten der Stad Hulst, aan de Honte, of Westerschelde, tegen Zuid-Beveland, in Zeeland, over. Door deeze sterkte konden de Spaanschen geheel Zeeland in geduurige vreeze en alarm houden: maar in het Jaar 1532 wierd ze door Graave WILLEM van Nassau voor den vereenigden Staat veroverd.

GEUL, DE (RIVIER)

een Rivier, in Staats Limburg, voortkomende uit het Akerbosch, en stroomende door Valkenburg, vallende, een half uur gaans Zuidwaards, tegen over het Steedje Rekkum, in de Maas.

< >