Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 20-10-2022

GEUZEN, WILDE

betekenis & definitie

De onmenschelijke tirannijen van Hertog ALBA, en de Spaansche Inquisitie tegen Roomsch-Catholijken zelfs, indien zij ’er maar iets tegen wisten; ’t zij van de beeldstormerij niet te hebben geweerd, of om dat zij uit nieuwsgierigheid in eene predicatie hadden geweest; of eenen Onroomschen, ‘t ware vader, broeder, zoon, of moeder, geborgen, of niet aangebragt, raakten aanstonds in lijden, wanneer ’er maar wat veel in bonis was, als schuldig aan Crimen laesae Majestatis divinae & humanae, gestraft wordende aan lijf en leven, of aan hunne goederen, indien ze weg gevlugt waren. Daar bij komende, dat de Spaansche soldaaten zonder onderscheid roofden en plonderden, ja zelfs de lieden veele folteringen aandeeden; zo hadde zig eene menigte van menschen, met vrouw en kind, naar de bosschen van Vlaanderen begeeven. Deeze, wel meest van ’t geringde slag, wanhoopig, en van alles ontbloot, ook verder verwildert, en redelijk sterk geworden, door den toeloop van allerlei fielten en schuim van volk, overvielen bij donkere nagten de Paapen en Monniken, als stookebranden der onchristelijke vervolgingen; hen niet alleen hunne gereedste goederen ontroovende, maar boven dien neus en ooren afsnijdende, en meer andere vuile wreedheden bedrijvende; waar door zij ook den naam van Wilde Geuzen kreegen. In het Jaar 1568 gaf ALBA een Plakaat tegens hen uit; beveelende de naastgelegene Dorpen, wagt, ter bescherminge der Geestelijken, te houden: hen te gelijk opleggende van te zullen moeten instaan, en de schade te vergoeden, die zij door de Wilde Geuzen mogten lijden. Maar dat holp egter zeer weinig: zo dat ALBA Krijgsvolk tegen hen zenden moest; dat deeze verwilderde menschen anderwegen heette deed vlugten, of elendig om ’t leven bragt.

< >