een Dorp en Ambagt in de Alblasserwaard, onder de Baronnie van Liesveld behoorende geleegen aan de Lek, en zig uitstrekkende, tot aan het Ambagt van Ammers-Graveland, groot 307 Morgens en 405 Roeden Lands. In het Jaar 1732 werden te Gelkenes geteld 76 Huizen. Men heeft ’er geen Kerk; de Opgezeetenen behooren tot de Gemeente van Groot-Ammers. Nog kort na het Jaar 1740 stond schuins over Schoonhoven het Slot of Kasteel van Gelkenes, dat wel eer een der grooste en sterkste in Holland plagt te weezen; men meent, dat het reeds in het Jaar 1042 zou gestigt zijn. Na dat Hertog ERYK VAN BRUNSWYK, die, in de Nederlandsche Beroerten, de zijde van Spanje hield, het zelve, in het Jaar 1572, verlaten had, werd het door de Staatschen bezet, doch door die van Dordrecht, Gouda en Schoonhoven afgebrand, maar naderhand ten deele weder opgebouwd. Het vertoonde zig nog lang met deszelfs sterke muuren en ronden Toren, en diende tot eene wooning van den Drossaard. Bij den gedugten watersnood in het Jaar 1741 werden ’er meer dan 150 persoonen in gehuisvest. Na dien dien tijd het grootsle gedeelte afgebroken zijnde, werd de puin tot zinksteenen aan de Dijken gebruikt. Ten diende van den Drossaard, en der vergadering van de Hooge Vierschaar, is, in het jaar 1745, in plaats van het oude Slot van Liesveld, een nieuw gebouw aangelegd. Het Geregt van Gelkenes in civiele zaaken, dat des Dingsdags zit, bestaat in den Schout, een Waardsman en vier Schepenen. De Waardsman is tevens President Scheepen, zo in dit als in de volgende Geregten van Liesveld, die ook alle hunnen bijzonderen Bode en Secretaris hebben.
Staat der Nederlanden, VII. Deel, bl. 435, enz.