was, geduurende het Jaar 1572 Oud Burgemeester te Haarlem, en liet zig, nevens Jonkheer CHRISTOFFEL VAN SCHAGEN, en den Pensionaris dier Stad ADRIAAN VAN ASSENDELFT, gebruiken, om wegens de overgave van Haarlem, te Amsteldam, met DON FREDRIK DE TOLEDO in onderhandeling te treden, en vier of vijf dagen uitstel te verzoeken. Doch RIPPERDA hier van kennis gekreegen hebbende , deed ’er de weet van aan de burgers, die met hem samen spanden om dit te verhinderen.
ASSENDELFT en SCHAGEN te Haarlem te rug gekeerd, werden terstond gevangen, en naar Delft gezonden, alwaar de Prins ASSENDELFT deed onthoofden; SCHAGEN stierf in de gevangenis.DE FRIES was in Amsteldam gebleeven, en schreef van daar nog een brief naar Haarlem, om de Regeering te beweegen, tot het verzoeken van genade en het uitdrijven der bezetting. Maar de brenger van zijnen brief werd met de koorde gestraft.Zie Vaderlandsche Historie, VI Deel , bl. 411 en 412.
