was, omtrent het Jaar 819, Potestaat van Friesland, en de tweede op de lijst derzelven. Van zijde verrichtingen vind men weinige bijzonderheden aangetekend, als dat, onder zijn bestier, te Dokkum het Klooster van BONIFACIUS gesticht werd. Het zelve werd eerst bewoont door Reguliere Kanunniken, en daar na door die van de Premonstranter orde.
WINSEMIUS, Chronijk van Friesland, fol. 105.